Ga naar home van Werkgroep Voetafdruk Nederland
Home
Het model
 Historie
 Biocapaciteit
 Voetafdruk
 Bevolking
 Natuur
 Metingen
 

Biocapaciteit

De ecologische draagkracht van de Aarde bepaalt hoeveel mensen bij een bepaald niveau van materiële consumptie op de Aarde kunnen leven. Deze draagkracht wordt samengevat in het begrip biocapaciteit, het duurzame productievermogen van de Aarde. Dit vermogen hangt af van veel factoren, zoals bodemvruchtbaarheid, klimaat/temperatuur en de beschikbaarheid van water. De biocapaciteit kan sterk verschillen tussen landen of regio’s.

In woestijngebieden of in dicht bij de polen gelegen landen is hij laag, in zeer vruchtbare gebieden met een gunstig klimaat veel hoger. In de eerste gebieden is een veel grotere oppervlakte aan ´echte hectares´ nodig om eenzelfde hoeveelheid biomassa te kunnen produceren. Mensen hebben in minder vruchtbare landen dus meer land per persoon nodig om eenzelfde levenstandaard te bereiken.

De biocapaciteit wordt uitgedrukt in mondiale hectares (mha, Engels: global hectare, gha). Het is een maat voor de mondiaal gemiddelde bioproductiviteit. Voor landbouwgrond wordt deze gemiddelde bioproductiviteit in de praktijk vastgesteld door de totale landbouwproductie te delen door het aantal hectares landbouwgrond in de wereld. Mondiale hectares zijn dus afwijkend van ´echte hectares´. Op dezelfde wijze worden weidegronden, bosgebieden en ´visgronden´ berekend. En ook worden bebouwde grond (huizen/wegen) en, via een omrekening, bosareaal om de uitstoot van CO2 door verbranding van fossiele brandstoffen op te kunnen nemen, bij de biocapaciteit geteld.

Op basis van de gegevens uit het Living Planet Report 2016 is per wereldbewoner nog 1,7 mha (mondiale hectare) aan biocapaciteit beschikbaar. Dit is nog zonder rekening te houden met ruimte voor de natuur.

De biocapaciteit kan door verstandig gebruik toenemen, maar neemt bij overbelasting af (erosie, verzilting, uitdroging, woestijnvorming) en is dan slechts moeilijk of geheel niet te herstellen.